Ethylcarbamaat
Zonder de nodige kennis distilleren kan een gezondheidsrisico inhouden. Het grootste gevaar is niet
de methanol zoals veelal ten onrechte gevreesd maar het ethylcarbamaat.
Wie wil distilleren kan best eerst een opleiding volgen.
de methanol zoals veelal ten onrechte gevreesd maar het ethylcarbamaat.
Wie wil distilleren kan best eerst een opleiding volgen.
Ethylcarbamaat is een giftige stof die kan ontstaan in distillaten van steenfruit zoals kersen, pruimen en abrikozen, maar bij het distilleren van gist. Het ontstaan ervan is nog niet zolang duidelijk begrepen, maar inmiddels zijn alle processen bekend en zijn er wettelijke limieten vastgesteld.
Ethylcarbamaat of urethaan is een organische verbinding, behorende tot de groep van de carbamaten, met als brutoformule C3H7NO2. Het komt voor als kleurloze en bijna reukloze kristallen of als een wit korrelachtig poeder. Structureel gezien is ethylcarbamaat een ester van het onstabiele carbaminezuur.
OntstaanDe laatste jaren is er veel onderzoek gebeurd naar EC. Hierdoor beschikken we nu over voldoende inzicht in het ontstaan en kennen we de technieken hoe we het ontstaan ervan kunnen voorkomen of verwijderen. Ook kunnen we ter controle het uiteindelijke product controleren door de eventuele aanwezigheid te meten.
VoorkomenDit wordt uitvoerig behandeld in de opleidingen. Het gemakkelijkste is het om steenvruchten zonder de stenen te fermenteren.
VerwijderenDit wordt uitvoerig behandeld in de opleidingen.
Koper is belangrijk om het risico op ethylcarbamaat te verminderen. Gefermenteerde grondstoffen kan men dan ook best in een koperen distilleerinstallatie distilleren. Er zijn zelfs extra katalisators om nog meer te zuiveren.
MetenDit wordt uitvoerig behandeld in de opleidingen.
|
EC is genotoxisch, mutageen en clastogeen en wordt voornamelijk gemetaboliseerd tot de meer kanker-verwekkende metabolieten vinylcarbamaat en vinylcarbamaat epoxide. (IARC 2007)
EC wordt goed geabsorbeerd in het maag-darmkanaal en wordt snel en gelijkmatig verspreid over het gehele lichaam. De eliminatie is eveneens snel; bij muizen wordt meer dan 90% binnen de 6 uur uitgescheiden als CO2. De belangrijkste metabole route is hydrolyse met vorming van ethanol en ammoniak en oxidatie van de zijketen wat resulteert in vinylcarbamaat. EC ondergaat een metabole activering m.b.v. CYP2E1 tot epoxyvinylcarbamaat, dat covalent bindt aan nucleïnezuren en eiwitten, resulterend in de vorming van adducten, inclusief die welke vervangingen van de basenparen in het DNA van tumorweefsel veroorzaken. Na herhaalde blootstelling van ratten en muizen gedurende 13 weken via het drinkwater, werd er een verhoogde sterfte waargenomen bij dosissen van 500-600 mg/kg lg per dag, een verminderde toename van het lichaamsgewicht, en effecten op de longen (alleen bij muizen), lever, nieren, hart, milt, lymfeklieren, thymus, beenmerg en eierstokken. Dergelijke effecten werden niet waargenomen bij 50 mg/kg lg per dag. Er werd eveneens een aan de dosis gekoppelde afname van het aantal lymfocyten en leukocyten waargenomen bij ratten (NOAEL mannetjes: 10 mg/kg lg per dag, LOAEL wijfjes: 10 mg/kg lg per dag). Richtlijnen / LimietenIn Europa zijn er momenteel geen geharmoniseerde maximumlimieten voor EC (EFSA, 2006). Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken bepaalt voor blauwzuur in steenvruchten brandy een maximumgehalte van 10 g/hl (equivalent aan 100 mg/l) pure alcohol (100% volume). Eenzelfde maximumgehalte werd vastgelegd in Verordening (EEG) nr. 1014/90 van de Commissie van 24 april 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken voor brandy uit droesem.
Richtlijn 88/388/EEG van de Raad van 22 juni 19888 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten inzake aroma's voor gebruik in levensmiddelen en de uitgangsmaterialen voor de bereiding van die aroma’s geeft voor blauwzuur een maximumgehalte van 1 mg per % volume alcohol in alcoholhoudende dranken. Blauwzuur mag niet als zodanig aan levensmiddelen of aan aroma's worden toegevoegd, maar mag aanwezig zijn in een levensmiddel, hetzij van nature hetzij door toevoeging van aroma's bereid uit natuurlijke grondstoffen. |