Met de nieuwe accijnswetgeving is er een einde gekomen aan het statuut 'likeurfabriek'. De nieuwe wetgeving kent enkel distillateurs en verwerkers. Een verwerker mag niet distilleren of overhalen, enkel druppelen en vermengen. Betekent dit het einde van de ambachtelijke gin en fruitdistillaten?
Wat met bestaande 'likeurfabrieken'?In de nieuwe Belgische accijnswetgeving bestaat de 'likeurfabriek' niet meer. Dat wil zeggen dat wie nu bijvoorbeeld zijn fijnstook in een 'niet-verzegelde' installatie doet of bijvoorbeeld Gin maakt door zijn maceraten in een 'open installatie' over te halen, niet meer 'conform' de nieuwe wetgeving is. Dat deze distillateurs het stilzwijgen bewaren uit schrik hun 'voorrecht' te verliezen is begrijpelijk. Zij denken dat ze als ze zich maar rustig houden aan het aanpassen van de installatie te kunnen ontsnappen. Maar of dit zo zal zijn valt nog maar af te wachten.
|
In Art. 14 staat: "De door de [1 administrateur-generaal]1 aangewezen ambtenaar kan afwijking verlenen van de in deze onderafdeling opgelegde voorwaarden om het toezicht over de verrichtingen te vergemakkelijken". Maar daarmee is men volledig afhankelijk van de bereidheid van deze ambtenaar. Men heeft er geen 'recht' op, men heeft dus geen enkele rechtszekerheid. En de vraag is of deze ambtenaren wel kunnen oordelen of wel 'nodig' is om deze uitzondering toe te staan.
Of het ‘open stoken’ een cruciale voorwaarde is om een kwalitatief hoogstand distillaat te maken is afhankelijk van de grondstof. Voor granen is het niet nodig, maar voor fruit is het een voorwaarde voor kwaliteit. Meer .....
|
De nieuwe accijnswetgeving is tot stand gekomen zonder de ambachtelijke klein- en fruitdistillateurs hierin te betrekken. Ook in het overleg dat naar aanleiding van de problemen op gang kwam zijn de ambachtelijke klein- en fruitdistillateurs niet vertegenwoordigd. Terwijl de grote stokerijen, die de opkomst van de ambachtelijke distilleerderijen natuurlijk graag een halt toeroepen, dat wel zijn. Daarom moet er gelobbyd worden.