België, het land waar niks mag en alles kan
FOD Economie houdt toezicht op de etiketten van sterke drank in België. Zij meten de afmetingen van de tekst na en controleren dat er geen . (punt) achter % vol staat. Maar of waar gin op staat ook wel gin mag heten controleert men niet. De wet is duidelijk. Je mag enkel 96% zuivere neutrale alcohol voor Gin gebruiken. Wanneer men druiven, wijn of persresten tot 95% vol of minder distilleert is dit druivenalcohol, wijnalcohol of alcohol van druivendraf. Maar die mag voor Gin niet gebruikt worden volgens de wet. Maar dat is niet alles. Het is ook nog een gesponsord door Flanders Investment & Trade. Maar het mooiste komt nog. Gedistilleerd in een niet verzegelde ketel van het type 'Luxemburg'.
|
Restrictieve wetgeving
Onze wetgeving op het vlak van distillaten heeft betrekking op twee onderdelen. De accijnzen en de naamgeving. Voor de overheid zijn de accijnsopbrengsten een onmisbare bron van inkomsten. Het is daarom dat de controle van douane en accijnzen bijzonder streng is. Van elke druppel alcohol die geproduceerd wordt moet immers de accijns betaald worden.
In tegenstelling tot andere Europese landen, waar men wel voor eigen gebruik kleine hoeveelheden alcohol mag distilleren, is het in België volledig verboden. Dit heeft er toe geleid dat de kennis van distilleren bij ons volledig is verdwenen. Wie zelf iets wil experimenteren begeeft zich in de illegaliteit.
|
Accijnswetgeving
Door de onwerkbare accijnswetgeving en starre houding van de Administratie der Douane & Accijnzen is het bijna onmogelijk om een kleine ambachtelijke distilleerderij op te starten. Accijnzen heffen op ingevoerde drank is voor de schatkist gemakkelijk en vraagt totaal geen werk. Om een installatie voor het distilleren van fruit deze aan deze wetgeving aan te passen moet en grote extra investeringen doen. Niet alleen moet alles worden verzegeld en heeft men dure geijkte meetvaten nodig, hetgeen duizenden euro’s extra investeringen vraagt, maar bij het distilleren kan men het product niet proeven en beoordelen. Het is hetzelfde als gaan autorijden met een geblindeerde voorruit. Om goede fruitdistillaten te maken moet men ‘open’ kunnen stoken. Met andere woorden, men moet kunnen ruiken en proeven om het juiste moment te bepalen waarop men van voorloop naar middenloop, en van middenloop naar naloop schakelt. |
Waarom worden onze krieken niet of nauwelijks gebruikt om distillaten te maken? |
Buitenland als voorbeeld
In Duitsland mogen ambachtelijke stokerijen wel ‘open’ stoken. Het resultaat? Meer dan 30.000 ambachtelijke distillateurs! En in België? En in Nederland worden installaties ook niet meer verzegeld en kan men ‘open’ stoken. Wanneer we in België ‘open’ willen stoken moeten we dat in twee keer doen. ‘Maar dat is toch ook beter’ zult u zeggen. Ja, dat klopt, maar in het buitenland kan men met één heel eenvoudige alambiek twee keer stoken. ‘Open’ natuurlijk. Wanneer we dat in België willen doen hebben we twee stookinstallaties nodig. Een volledig gesloten, en dus hoe dan ook al duurdere, installatie voor de ruwstook, en een tweede onverzegelde voor de fijnstook. Dat wil dus zeggen dat de investering meer dan het dubbele bedraagt. Dit is voor potentiële nieuwe distillateurs een grote hindernis. |